Preventief fouilleren
Voor de handhaving van de openbare orde bestaat de mogelijkheid om preventief te fouilleren. Bij preventief fouilleren is er sprake van een samenwerking tussen de burgemeester en de officier van justitie.
Om over te gaan tot preventief fouilleren is vereist dat de burgemeester een zogenaamd veiligheidsrisicogebied aanwijst. Vervolgens kan de officier van justitie binnen dat gebied een bevel tot preventief fouilleren geven.
Preventief fouilleren vindt zijn basis in artikel 151b lid 1 (aanwijzing veiligheidsrisicogebied) en artikel 174b lid 1 (aanwijzing veiligheidsrisicogebied in een onvoorziene, spoedeisende situatie) Gemeentewet, in samenhang met de artikelen 50 lid 3, 51 lid 3 en 52 lid 3 (bevel tot preventief fouilleren) van de Wet wapens en munitie.
Aanwijzing veiligheidsrisicogebied (artikel 151b lid 1 Gemeentewet)
Artikel 151b lid 1 Gemeentewet bepaalt dat de gemeenteraad de burgemeester door middel van een verordening de bevoegdheid kan geven om een veiligheidsrisicogebied aan te wijzen. Op grond hiervan kan de burgemeester een gebied met de daarin voor het publiek toegankelijke gebouwen en daarbij behorende erven aanwijzen.
Hiertoe is hij alleen bevoegd, als er voldaan is aan een aantal vereisten. De eerste is dat door de aanwezigheid van wapens sprake is van een verstoring van de openbare orde, of een ernstige vrees daarvoor. Dit kan zich voordoen bij bijvoorbeeld:
- Uitgaansgebieden met een verhoogd risico voor de openbare orde en veiligheid, doordat zich daar bijvoorbeeld steekpartijen of schietincidenten hebben voorgedaan;
- (Sport-)evenementen en manifestaties met een verhoogd risico voor de openbare orde en veiligheid, waar zich bijvoorbeeld gewapende hooligans kunnen begeven;
- Gebieden met een voortdurende drugsoverlast, waar zich incidenten met wapens hebben voorgedaan.
In artikel 151b Gemeentewet staan nog een aantal vereisten. Zo dient de burgemeester eerst overleg te hebben gehad met de officier van justitie (lid 2).
De geldigheidsduur van de aanwijzing mag niet voor onbepaalde tijd zijn en mag niet langer voortduren dan strikt noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde (lid 3). Dit kan een dag zijn, bijvoorbeeld wegens een specifieke voetbalwedstrijd, maar ook een jaar, bijvoorbeeld wanneer het gaat om een bepaald uitgaansgebied dat wordt geteisterd door geweldsincidenten.
De aanwijzing dient op schrift te worden gesteld, met een omschrijving van het aangewezen gebied en de geldigheidsduur van de aanwijzing (lid 4). Het gebied mag niet groter zijn dan strikt noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde.
De burgemeester stelt de gemeenteraad en de officier van justitie zo spoedig mogelijk in kennis van de aanwijzing (lid 5).
De burgemeester trekt de aanwijzing in, indien de verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, of de ernstige vrees voor het ontstaan daarvan is geweken (lid 6).
Rechtsbescherming
Nadat het aanwijzingsbesluit is bekendgemaakt, kunnen belanghebbenden, zoals bewoners of winkeleigenaren uit het gebied, hiertegen bezwaar en beroep aantekenen. Regelmatige bezoekers van het gebied zijn in beginsel geen belanghebbenden.
Bevel tot preventief fouilleren (artikel 50 lid 3, 51 lid 3 en 52 lid 3 Wet wapens en munitie)
De officier van justitie is bevoegd tot het geven van een bevel tot preventief fouilleren in een aangewezen veiligheidsrisicogebied. Het bevel houdt in dat de politie iedereen binnen dat gebied kan fouilleren op aanwezigheid van wapens of munitie, zonder dat daarvoor een concrete verdenking is vereist. Hiermee wijkt preventief fouilleren af van het uitgangspunt dat er slechts mag worden gefouilleerd in geval van een concrete verdenking.
Een bevel tot preventief fouilleren kan inhouden dat de politie controles mag uitvoeren ten aanzien van:
- verpakkingen van goederen (artikel 50 lid 3 Wet wapens en munitie);
- vervoermiddelen (artikel 51 lid 3 Wet wapens en munitie); en
- kleding van personen (artikel 52 lid 3 Wet wapens en munitie).
Iedereen is verplicht een bevel tot preventief fouilleren op te volgen. Tegen het bevel staat beroep bij de rechter open.
Aanwijzing veiligheidsrisicogebied in een onvoorziene, spoedeisende situatie (artikel 174b Gemeentewet)
Wanneer er sprake is van een onvoorziene, spoedeisende situatie - bijvoorbeeld bij een vechtpartij tussen rivaliserende groepen of een confrontatie tussen voetbalhooligans bij een treinstation -, kan de burgemeester ook zonder hiertoe de bevoegdheid te hebben gekregen van de gemeenteraad een veiligheidsrisicogebied aanwijzen (artikel 174b lid 1 Gemeentewet). De aanwijzing geldt voor maximaal 12 uren (lid 1). Zij mag mondeling worden gegeven, maar deze moet dan wel zo spoedig mogelijk op schrift worden gesteld en worden bekendgemaakt (lid 3). Het bevel tot preventief fouilleren van de officier van justitie mag in dit geval ook mondeling worden gegeven.
De burgemeester dient, voordat hij overgaat tot het aanwijzen van een veiligheidsrisicogebied, (telefonisch) overleg te hebben gehad met de officier van justitie (lid 2). Bovendien dient hij de gemeenteraad zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van de aanwijzing (lid 4).