Terugblik Najaarscongres 'Betrouwbaar besturen'

Op donderdag 6 oktober jl. vond in Alphen aan den Rijn het Najaarscongres van het genootschap plaats. ‘Betrouwbaar besturen’ vormde daarbij dit jaar het thema. In een tijd van maatschappelijke onzekerheid daalt het vertrouwen in de overheid en instituties, evenals het vertrouwen tussen overheden onderling. Hoe kunnen overheden en burgemeesters ‘gezagswaardigheid’ en betrouwbaarheid tonen?

Na de opening door NGB-voorzitter Liesbeth Spies en dagvoorzitter Joost Hoebink gaf ROB-lid en filosofe Daan Rovers haar visie op het gezag van het openbaar bestuur in Nederland. Aansluitend sprak hoogleraar Decentrale Overheden Geerten Boogaard over de betekenis van vertrouwen en bestuurlijke nabijheid in het (lokaal) bestuur. Afsluitend in het ochtendprogramma was de speech van Minister van Binnenlandse Zaken Hanke Bruins Slot. Het middagprogramma bestond uit verschillende workshops met uiteenlopende thema’s, waaronder asielopvang in Nederland en het verband tussen maatschappelijke verschillen en het stemgedrag in Nederland. Het programma eindigde met slotrede door Liesbeth Spies en een optreden van cabaretier Patrick Nederkoorn.

Minister Bruins Slot: betrouwbaarheid, balans en samenwerking maken de burgemeester krachtig
Het vertrouwen van Nederlanders in de politiek is laag, mensen voelen zich onvoldoende gezien, onvoldoende gehoord en maken zich volgens de minister zorgen in deze maatschappelijk turbulente tijd. Tegelijkertijd blijft het vertrouwen in burgemeesters, wethouders en raadsleden hoog. Betrouwbaarheid en vertrouwen komen volgens de minister voort uit realistisch handelen.

“Om betrouwbaar te zijn, moeten we niet meer beloven dan we waar kunnen maken. Dat is niet altijd een fijne boodschap, maar mensen prikken door onrealistische en onvervulde beloftes heen. Open en eerlijk zijn helpt.”

Sprekend over balans haalde de minister de burgemeester als “evenwichtskunstenaar” naar voren. Burgemeesters moeten voortdurend zoeken naar de balans tussen hun rollen als bestuurder, verbinder en handhaver. De minister benadrukte daarbij dat burgemeesters altijd in beeld zijn, nu nog eens extra met de opkomst van social media. Om de balans tussen de complexiteit en een goede invulling van de verschillende rollen in het ambt te bewaken, werkt het NGB daarom samen met de Ministeries van BZK en JenV aan een afwegingskader voor het wel of niet beleggen van een bevoegdheid bij de burgemeester.

Volgens de minister is samenwerking de derde factor en rode draad in alles wat we doen. Alleen komt men nergens. In deze tijd is het hard nodig om naar elkaar te kijken. Alleen samen kunnen we volgens de minister de vele uitdagingen het hoofd bieden die het werk zo uitdagend, maar ook boeiend en vervullend maken. Alleen samen kunnen we besturen, verbinden en handhaven.

Liesbeth Spies: “Juist in deze onzekere tijden zijn bestuurders nodig die ‘verbinden’ als kerncompetentie hebben”
Volgens Spies zijn de belangrijkste definities van het woord betrouwbaar ‘gezagswaardig’ en ‘te vertrouwen’. Lokale ambtsdragers kunnen hun kracht en positie inzetten, ondanks dat zij niet alle problemen kunnen oplossen. Juist in deze onzekere tijden zijn er volgens Spies ‘neutrale’, de-escalerende bestuurders nodig die rust brengen, lijnen uitzetten en zich niet door de politieke scoringsdrang laten drijven. Bestuurders die net even verder vooruitkijken en besluiten durven nemen als dat nodig is. Mensen die beseffen en uitdragen dat de grote en vaak stille meerderheid genuanceerd denkt en mee wil doen. In deze onzekere tijden zijn er bestuurders nodig die ‘verbinden’ als kerncompetentie hebben. Bestuurders die echt luisteren en juist niet zenden. In deze tijd is dat volgens Spies ook lastig:     

We hebben als burgemeesters veel op ons bord. En steeds vaker worden we gezien als de verpersoonlijking van de overheid. Een overheid die onvoldoende beschermt en presteert. En we worden om die reden vaak als bestuurlijke krabpaal gebruikt.”

Om te besturen in deze tijd is daarom zowel lef als zelfvertrouwen nodig. Daarbij moeten bestuurders waken om niet “vermalen” te worden tussen “de druk vanuit Den Haag en de verwachtingen van de inwoners en de lokale politiek”. Ook het morele kompas van bestuurders moet volgens Spies goed afgestemd blijven. Transparantie, het bewaken van (eigen) grenzen en het durven staan achter besluiten zijn daarbij van belang, ook wanneer dat ingewikkeld is. Om dit soort “lef” te kunnen tonen is het voor burgemeesters ook van belang dat er rekening gehouden wordt met de kwetsbaarheid van het burgemeestersambt. De (rechts)positie van burgemeesters moet daarbij voldoende beschermd zijn. Volgens Spies moeten we blijven zoeken naar een versterking van het ambt en de bescherming van ambtsdragers zodat burgemeesters ook kunnen rekenen op een ‘betrouwbaar bestuur’ als het henzelf betreft.